José had net weer een pakje krantenknipsels opgestuurd. Nu Gonny twee maanden in het buitenland is moet ik haar knipseldienst ontberen. “Waar liggen de knipsels van José”, vraag ik aan Trix. “Je mist de knipsels van Gonny zeker?”, vroeg ze. Ze sloeg de spijker op haar kop. Gonny’s knipsels lees ik allemaal, stuk voor stuk. Ze weet precies wat me wel interesseert en wat niet. José’s knipsels lees ik ook, maar minder gretig. José knipt meer voor Trix.
Ik ging in de hangmat liggen en liep de knipsels door. Theodoor Holman, die ken ik. Schrijft leuk, in het Parool. Nu was het een herkenbaar stukje over zijn moeder. Komt op bezoek bij haar zoon, Theo is namelijk jarig. Ze begint over een artikel waarvan ze vindt dat haar zoon dat op dat moment moet lezen. Theo wil niet, wil het gezellig houden en heeft geen zin in zware dingen. Maar moeder blijft doorzeuren en zoekt steun bij andere gasten, Die vinden het natuurlijk allemaal een heel interessant artikel en gaan zeiken dat Theo het artikel moet lezen. Het was zo belangrijk. Op het laatst ontploft Theo, waarop moeder zegt: “Theo, waarom doe je altijd zo moeilijk”. Ik geloof niet dat het origineel is; ik zie filmfragmenten en TV‑series aan me voorbijgaan met soortgelijke scènes en het begin van het verhaal vertelt je al dat Theootje aan het eind gaat ploffen en toch heb je plezier in het verhaal. Dat komt omdat het leuk en vloeiend geschreven is.
Dat moet ik ook kunnen. Ik leg de knipsels terzijde, loop naar de computer, doe hem aan en schrijf dit. Mijn eerste column, zou er morgen ook een zijn?
Geef een reactie